Anna Boch was de dochter van een rijke aardewerkhandelaar uit La Louvière en volgde een artistieke opleiding in het kasteel van la Closière, getekend door de architect Poulaert. Omstreeks 1876 liet Isidore Verheyden haar het plezier van het schilderen in open lucht ontdekken. Tot aan haar dood zou ze, onder invloed van het pointillisme en Van Rysselberghe, mooie in het lichte badende landschappen en bloemenboeketten schilderen, waarbij haar kenmerkende paarse tinten in het oog springen.

In 1885, hetzelfde jaar als Rops, werd zij als enige vrouw verkozen in de avantgardistische kring Les XX. Daar nodigde ze de grootste Franse postimpressionisten uit. Ze reisde ook veel en bouwde een enorme verzameling schilderijen op. Ze was ook mecenas en moedigde jonge onbekende kunstenaars aan. Zo was zij de enige die een schilderij van Van Gogh kocht terwijl hij nog leefde: “de rode wijngaard”. Als melomane organiseerde ze tal van concerten in haar Brusselse herenhuis, waarvan de majestueuze schouw het werk is van Victor Horta.